Het einde van het debat zoals we dat kennen

Laat de nuance maar eens regeren!

Een knap staaltje van samenwerking tijdens de lockdown.  Wetenschappers van de TU Delft lanceerden samen met anderen een onlineonderzoek naar wat Nederlanders vinden van de corona maatregelen. Het is niet de zoveelste een enquête. De deelnemers krijgen een achttal scenario’s voorgelegd en een reeks van keuzes, veelal dilemma’s. ‘Alsof zij zelf op de stoel van het kabinet zitten,’ zo zei een van de onderzoekers. 

Hij liet daar meteen een relativering volgen. “Uiteraard is het aan het kabinet om te beslissen wat ze met de resultaten doen.” Dat klinkt dan weer heel bescheiden, terwijl het project een enorme potentie heeft. Het is uit te bouwen tot een grootschalige operatie om het politieke debat op een hoger plan te tillen.  Daarvoor moeten slechts drie stappen worden gezet. 

Stap 1: uitbreiding van de online enquête naar alle onderwerpen die op de politieke agenda staan. Het debat over coronamaatregelen is nieuw en ingewikkeld. Toch slagen de onderzoekers er in deze problematiek toegankelijk te maken voor het grote publiek. Dat kunststukje kunnen zij herhalen rond alle andere grote onderwerpen: migratie en vluchtelingen, klimaatmaatregelen en economie, de opstelling in de Europese Unie. Steeds zullen zij dan de samenwerking moeten zoeken met wetenschappers uit andere disciplines, maar zij hebben al bewezen dat zij dat kunnen. 

Stap 2: Kamerleden en bewindslieden vullen ook de enquête in. Uiteraard in alle openheid, zodat iedereen hun voorkeuren kan inzien, en met een applicatie waarmee elke deelnemer zijn eigen keuzes kan vergelijken met die van de politici. Dat brengt alvast meer inzicht in de verhouding tussen kiezers en gekozenen. 

Stap 3. Politici gaan met elkaar het debat aan over hun keuzes. Terwijl zij de degens kruisen, worden alle argumenten en de pro’s en contra’s op de achtergrond geprojecteerd. Die hoeven zij dan dus niet meer op te sommen. Aan glasharde ontkenningen en debattrucjes hebben zij dan ook niets meer. De feiten staan immers de hele tijd in beeld.

Het zou een in alle opzichten helder en verhelderend debat zijn, waarin de rol van de wetenschapper eindigt waar de rol van de politicus begint. Die eerste reikt de objectieve en controleerbare feiten, waarna het aan die tweede is om die op waarde te schatten. 

Hoe zou dat dan in de praktijk gaan? Laten we als voorbeeld een debat nemen over vluchtelingen. Een voorstander van de strenge aanpak staat tegenover een pleitbezorger van een ruimhartig beleid. Beiden willen natuurlijk het liefst alleen de voordelen van hun eigen opvatting naar voren willen brengen en de nadelen wegmoffelen. Dat kan nu echter niet meer; alle pro’s en contra’s zijn immers genoegzaam bekend en de eigen stokpaardjes hoeven niet meer bereden te worden. 

Daarmee komt tijd vrij om iets te doen wat interessanter is. De discussieleider kan de debaters uitnodigen om wat langer stil te staan bij de schaduwzijden van hun keuzes.  De voorstander van een stringent beleid kan hij bijvoorbeeld wijzen op de erbarmelijke levensomstandigheden in de vluchtelingenkampen. ‘U vindt dat we die kinderen letterlijk in de kou moeten laten zitten?’ De pleitbezorger van een ruimhartiger beleid mag op zijn de beurt ingaan op de donkere kant van zijn keuze. ‘Volgens sommige experts hebben we zoveel orthodoxe migranten ons land binnengehaald dat echte vluchtelingen zich hier soms al niet meer veilig voelen. Tilt u daar niet zo zwaar aan?’

Als politici, journalisten en programmamakers op deze manier alle grote thema’s willen doornemen, worden we straks getrakteerd op debatten van hoog niveau. De deelnemers zullen zuchten, zweten en soms zelfs zwijgen. Uitstekend! Zo leren we onze leiders kennen. En wie komt er steevast als winner uit tevoorschijn? De nuance!