Vijf Gouden Regels om een speech te verknallen.
1. Hou het kort!
Het is waar: veel mensen in de zaal koesteren de hoop dat een speech niet te lang duurt en veel sprekers spelen daarop in met: ‘Beste mensen, ik zal het kort houden.’ Dan zeg je dus eigenlijk: het wordt afzien, maar het lijden duurt niet zo lang. Zou een cabaretier ook zo beginnen? ‘Beste mensen, ik hou het kort. Kunt u gauw weer iets leukers gaan doen.’ Natuurlijk niet. Zeg liever: ‘Ik ga het nu eens lekker lang maken!’
2. Spreek vanuit je zelf!
Het gebeurt 9 van de 10 keer: de spreker vraagt zich af wat hij allemaal moet vertellen, zet dat op een rijtje en steekt van wal. Fout! Begin niet bij jezelf, begin bij de mensen in de zaal. Waar zitten zij mee? Wat zijn hun zorgen? Waar hopen zij op? Ga daar eerst op in. Laat zien dat je jouw gehoor wilt begrijpen. Bedenk je dat de luisteraar een ruilhandeltje in zijn hoofd heeft. ‘Als je mij begrijpt, zal ik naar je luisteren.’
3. Kom met losse punten!
Het is schering en inslag: de spreker kondigt aan dat hij slechts wat ‘losse punten’ heeft. Zit je zelf op dat moment in de zaal. Kijk dan of je nog weg kunt glippen. De spreker heeft niet eens de moeite genomen er een samenhangend betoog van te maken! Daar zit je niet op te wachten. Ben je zelf de spreker? Stippel dan eerst een verhaallijn uit. Neem je publiek mee in het avontuur. De mensen in de zaal willen een reisje maken. Trakteer hen daar dan ook op!
4. Wees sterk en krachtig!
‘Laat ik me vooral sterk en krachtig manifesteren.’ Dat is het voornemen van leidinggevenden. Geef hun een microfoon en zij sommen hun prestaties en successen op. Boring! Een waarlijk krachtige spreker durft zich bloot te geven. Hij spreekt over zijn twijfels of waar hij wakker van ligt. En zo legt hij contact. Laat dat nou ook precies zijn waar de zaal voor komt.
5. Verpletter de zaal
Gangbaar in Nederland: de spreker probeert zijn publiek te overdonderen. Hij verwoordt zijn standpunt en gaat daarna een reeks argumenten aandragen. Dat alles om duidelijk te maken dat hij het gelijk en de waarheid aan zijn kant heeft. Overtuigend? Niet echt. Poneer niet meteen je standpunt. Kom liever met een redenering, waarmee je de luisteraar naar jouw standpunt sleept. Zo’n redenering mag je toch zeker wel van een redenaar verwachten?