De speech is ‘back in town’. Wanneer houdt u er een?
Dat wat goed is, komt altijd weer terug. Ik ben geen historicus, maar heb het gevoel dat deze stelling zeker opgaat voor klassieke verhalen en liederen. Zo worden beroemde romans telkens heruitgegeven en gelezen van generatie op generatie. De Pest uit 1947 van Albert Camus stond nog niet lang geleden zelfs in de Bestseller top 60!
Een ander voorbeeld is de Fado, het Portugese, melancholische levenslied. Dat was een tijdje uit de gratie maar is nu weer helemaal in de mode. Aan dit rijtje mogen we vandaag de alleroudste communicatievorm toevoegen: de redevoering!
Al honderden jaren voor Christus hield Demosthenes in het oude Griekenland zijn vlammende toespraken. In het Oude Rome was de speech zelfs tot kunst verheven: de kunst van het overtuigen, oftewel de retorica. In de eeuwen die volgden zou de toespraak in vele landen een vanzelfsprekend onderdeel worden van het politieke en communicatieve repertoire.
In Nederland is de toespraak echter altijd het stiefkindje gebleven. De doe maar gewoon-mentaliteit hielp al niet mee. Het besef dat je in Nederland vooral moet polderen als je iets gedaan wilt krijgen al evenmin. Een grootse en meeslepende speech? Dat is ons land geen garantie voor een snel resultaat.
Toen het coronavirus wild om zich heen sloeg, leek dat de nekslag voor de toespraak. Een speech voor een lege zaal? Dat is toch net zoiets als voetballen voor lege tribunes? Dat kan toch haast niet boeien?
Toch wel! En niemand minder dan de koninklijke hoogheid Willem Alexander leverde het bewijs. Hij sprak moederziel alleen op een verlaten Dam en het zou zijn ‘best gig ever’ worden.
Het bleek het kantelpunt. Zoals Nederland op 4 mei behoefte had aan de verbindende woorden van de koning, zo zou de behoefte aan het weloverwegen en gesproken woord in de hele samenleving voelbaar worden. In organisaties en bedrijven zoomen en ‘teamen’ we naar hartenlust, maar juist daarom zijn ankerpunten nu hard nodig. Om de zoveel tijd moet een leidinggevende het woord nemen om iedereen weer op één lijn te krijgen, moed in te spreken en perspectief te bieden.
De spreker die voor een zaal staat, heeft enige ruimte om te improviseren. Mocht een misverstand rijzen, kan hij ter plekke het herstelwerk uitvoeren. Maar de online spreker heeft die ruimte niet. Bij hem of haar moet het in één keer raak zijn.
En dus? En dus loont het nu nog meer de moeite om een speechtraining te volgen. Trainers moeten weer volop aan de bak, waarbij zij de opleiding uiteraard wel moeten afstemmen op de wetten van het digitale tijdperk. Oogcontact maken met de mensen in de zaal? Nee, dat kan dikwijls. Daarvoor in de plaats moet de liefde voor de camera komen? Maar hoe kun je die liefde laten zien? Tja, daar is zo’n training voor!
Op 30 september organiseert De Redactie in Utrecht een speechtraining waarvoor de inschrijving reeds is geopend. Interesse?